De Zwijndrechtse wijnpeer is een oud Nederlands ras, dat waarschijnlijk zijn oorsprong heeft in Zuid-Holland. Het is een lekkere handpeer die weinig eisen stelt: niet aan de grondsoort, niet gevoelig voor ziektes en produceert goed (en ook al op jonge leeftijd). Het is ook nog eens een zelfbestuiver en heeft dus geen andere bomen nodig om vruchten te dragen.
De Zwijndrechtse wijnpeer is een sterk groeiende perenboom met een brede kroon, op latere leeftijd door rijke productie langzamer groeiend. Vanaf eind oktober plukrijp en consumptierijp, te bewaren tot december. Dit is een gezond soort en groeit op alle niet te natte gronden. Eind mei komen de witte bloemen met roze meeldraden te voorschijn.
Vrucht: middelgrote, slanke peervorm, geelgroen met roeststippen.
Smaak: zeer sappig vruchtvlees met een zoete smaak en veel aroma.
Vruchtkleur: geelgroen met bruine blos aan de zonzijde. Wit vruchtvlees.
Gebruik: handpeer, niet geschikt voor inblikken. Is bij hardrijpheid ook als stoofpeer te gebruiken.
Gevoelig voor: buikziekte (buikrot), soms al voordat de vrucht eetrijp is.